Jongeren

Oud-vrijwilligers vertellen in eigen woorden over hun vrijwilligersdienst via EIRENE.

Emsi Hansen

Emsi Hansen werkte bij het Family Abuse Center in Waco, in de Verenigde Staten. Hieronder een paar stukjes uit de rondbrieven die zij heeft geschreven.

“Er is geen ontkomen aan het lawaai en aan de chaos die in de eetzaal heerst. Het is een drukte van jewelste, omdat zestig mensen tegelijkertijd proberen een bord met eten te bemachtigen. Ondanks het feit dat dat via een systeem van netjes in de rij staan gaat, levert het de nodige chaos op: onze eetzaal is niet veel groter dan een klaslokaal. Ik kijk om me heen terwijl ik mechanisch eten op borden schep, en ik weet: dit is mijn werk het komende jaar, dit is mijn plek. Deze drukte, deze chaos; het hoort er allemaal bij, en om het op z’n Amerikaans te zeggen: I’m lovin’ it!

Ik schrijf jullie uit Waco, Texas. Waco is een – voor Amerikaanse begrippen – kleine stad met 120.000 inwoners. Waco ligt tussen Dallas en Austin in. De gemiddelde temperatuur in Waco was de afgelopen twee maanden rond de veertig graden. Waco is de plek waar ik het komende jaar woon en werk.

Mijn werkplek is het Family Abuse Center, meestal afgekort tot  FAC. Het FAC is een blijf-van-mijn-lijf-huis voor vrouwen, kinderen en soms ook mannen die slachtoffer van huiselijk geweld geworden zijn. Bij ons kunnen deze mensen onderdak krijgen en worden ze geholpen een nieuw leven op te bouwen. Kost en inwoning zijn gratis, maar er moet wel hard gewerkt worden: iedereen helpt mee de shelter netjes en schoon te houden en ben je boven de 18, dan moet je actief bezig zijn met het vinden van werk en een nieuwe woonplek.

Mijn taak in het FAC is vrij breed: van gesprekken met mensen, op kinderen passen, koken tot schoonmaken en administratief werk. Alles kan en geen enkele dag is hetzelfde of ook maar een beetje voorspelbaar. Het kan zijn dat je ‘s ochtends naar het werk gaat met het voornemen om wat administratief werk te doen wat de afgelopen dagen is blijven liggen, maar dat er plotseling drie nieuwe families binnenkomen en je daar de hele dag zoet mee bent. Kortom: saai wordt het nooit in het FAC!

[…]

De tijd in Waco is voorbij gevlogen. Het lijkt nog maar zo kort geleden dat we voor het eerst de stad binnenreden, voor het eerst ons appartement zagen. Het lijkt nog maar zo kort geleden dat we voor het eerst het Family Abuse Center binnenliepen. Dat we voor het eerst de telefoon op moesten nemen. De eerste crisis call, de eerste intake, de eerste vrouwen met blauwe plekken, de eerste keren 911 bellen, de eerste keren een maaltijd voor 60 mensen koken…

Er zijn zo veel eerste keren geweest en nog steeds leer en ontdek ik elke dag nieuwe dingen. Maar tegelijkertijd heb ik ook ontzettend veel geleerd. Crisis calls en intakes zijn niet meer eng of spannend en het koken voor 60 mensen lijkt inmiddels ook een (weliswaar tijdrovende…) routinebezigheid. Waco is thuis geworden en het FAC voelt af en toe ook zo’n beetje als thuis. Nog 3 weken en dan verlaat ik mijn tweede thuis om, met een rugzak vol herinneringen, naar mijn eerste thuis terug te keren.”

Jacob Koorn

Jacob Koorn heeft anderhalf jaar gewerkt bij ICCV-Nazemce in Burkina Faso, een organisatie die onder andere een school, bibliotheek en studiecentrum. Hieronder een deel van een interview waarin hij terugblikt op zijn vrijwilligerswerk.

Het leukst van zijn werk bij ICCV vond Jacob het liedjes zingen met de kinderen van CPZéro en het vertellen van verhalen aan hen. De omgang met zijn collega’s ging goed, al was het soms lastig dat mensen vaak niet zeggen wat ze vinden, of als ze het al doen, dan doen ze het veel diplomatieker dan in Nederland. Nederlanders zijn juist erg gewend om te zeggen wat ze denken, maar vooral kritiek geven is in Burkina niet zo gebruikelijk. Evaluaties van projecten werden daardoor wat lastig, ook al werden ze wel gedaan: “Dan zaten we er met zijn allen, en dan was de conclusie: ‘c’est bien passé’”. Ook al was er van alles misgegaan. “Je moet wel een beetje je Westerse blik loslaten. Het kost tijd om daaraan te wennen.”

Jacob is van mening zijn dienst hem een breder perspectief heeft gegeven. “Als je in Europa bent, denk je: ‘dit is de wereld, zoals wij leven, zo gaat het in de wereld.’ Maar het grootste deel van de wereldbevolking leeft helemaal niet zo. Die leven heel anders, en daar krijg je veel meer zicht op. Hoe mensen leven, overleven ook.” In Nederland spreken we wel van een multiculturele samenleving en kennismaking met andere culturen, maar dat  blijft meestal maar heel oppervlakkig, bijvoorbeeld dat je je schoenen uit doet bij moslims in huis. Terwijl het veel verder gaat dan dat.

Een opvallend fenomeen in Burkina is bijvoorbeeld het belang van anciënniteit, de hogere status van ouderen ten opzichte van jongeren. Iemand die ouder was dan een vriend van hem, kon hem opdragen om bijvoorbeeld een telefoonkaart voor hem te halen, of iets dat op de grond ligt op te ruimen. Hier zouden we wel iets vragen aan een vriend, maar daar ging het echt op een opdragende manier. En dat werd gewoon geaccepteerd, dat was heel normaal.

“Ik weet nu dat ik ook op een andere manier kan leven. Ik was altijd heel erg een afsprakenman, en dat is er wel een beetje af. En je leert meer relativeren. De dingen waar wij ons hier druk om maken, die vallen in het niet als je denkt dat er mensen zijn die elke dag bezig zijn om te zorgen om genoeg te verdienen zodat ze die dag eten kunnen kopen voor henzelf en hun kind.”

 

Naar verhalen van volwassenen